De viool nader bekeken (en de altviool ook)

Net als de cello en de contrabas is de viool een ingenieus gevormde houten klankkast, waarop snaren zijn gespannen. Met het paardenhaar van de strijkstok worden die snaren in trilling gebracht, waarna de klankkast het geluid versterkt en zo goed hoorbaar maakt. Gelukkig is een goede strijkstok voor de amateur geen kostbaar attribuut.

Voor viool en strijkstok geldt, dat ze beide goed bij de speler moeten passen. De fysieke kenmerken van de violist (lichaamsbouw, in het bijzonder armlengte en afmetingen van de handen) moeten de doorslag geven bij het kiezen van een geschikte viool. Gelukkig zijn er voor kinderen ook kleine violen in diverse maten (met ¼, ½, ¾ en ⅞ aangeduid), zodat er altijd een geschikt instrument te vinden is. Zo kan de viool als het ware met de jonge speler meegroeien, tot hij of zij aan een hele (= gewone maat) viool toe is. Er zijn overigens ook volwassenen voor wie een ⅞ viool de prettigste eindmaat is.

Ook de keuze van de strijkstok is iets heel persoonlijks. Hij moet bij de speler passen en in ieder geval prettig in de hand liggen. Daarbij spelen lengte, gewicht en balans een grote rol.

Wat is er verder dan nog nodig? Voor de viool zelf een schoudersteun. Die wordt onder de viool geklemd en overbrugt zo de ruimte tussen hals/schouder en kin voor een comfortabele strijkhouding. En natuurlijk moeten er snaren op de viool. De strijkstok moet af en toe met een blokje hars worden bewerkt voor een goede grip op de snaren. Het geheel (viool en strijkstok) wordt opgeborgen en vervoerd in een vioolkist, die natuurlijk ook bescherming tegen stoten biedt. En tot slot is er nog een muziekstandaard nodig om tijdens het spelen de bladmuziek op te zetten.

Kopen of huren?

Het kan zijn dat er in de familie nog ergens nog een oude, ongebruikte viool aanwezig is. Mooi, dan hoeft de keuze kopen of huren niet, of niet onmiddellijk, te worden gemaakt. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de viool de juiste afmetingen heeft voor wie erop wil gaan spelen.

De keuze kopen/ huren hangt niet alleen samen met financiële aspecten. Ook de leeftijd van de leerling speelt een rol. Als een kind binnen enkele jaren naar een steeds iets grotere viool moet doorschuiven, ligt huren voor de hand. Daarnaast zijn er leerlingen die eerst nog willen uitproberen of vioolles echt iets voor hen is. Voor beide categorieën heeft Vioolschool Müller een aantal geschikte violen, die kunnen worden gehuurd om de periode tot de aanschaf van een eigen viool te overbruggen.

De vioolbouwer

De aangewezen persoon om over aanschaf van een viool te adviseren is de vioolbouwer. Een enigszins misleidende naam, omdat de vioolbouwer niet alleen violen bouwt, maar ze ook repareert of restaureert. Wie vioolles wil, kan bij de vioolbouwer een passende (en dat is zowel letterlijk als figuurlijk bedoeld) viool huren of kopen, eventueel met inruil van een ander instrument. Ook voor onderhoud aan viool of strijkstok kan men bij de vioolbouwer terecht, net als voor benodigdheden als snaren en hars. En voor wie nog een viool op zolder heeft liggen: taxeren doet hij ook. Meestal is het geen echte Stradivarius, en vooral niet als er Stradivarius op (of in) staat.

bekijk vioolbouwers